Lees hier het stuk wat afgelopen december is verschenen in het magazine van de Corvette club.
MOTOROLIE IS NIET ZOMAAR MOTOROLIE
GERICHT OP KLASSIEKERS
“De klassieke autowereld, dat is de markt waar ik mij het meest thuis voel. Bij al het werk wat ik binnen dit bedrijf doe, doe ik graag wat ik leuk vind en dat zijn de oldtimers. Daarbij
moet ik het qua verkoop en advies hebben van de niche producten en producten met hele goede kwaliteit, op prijs ga ik het niet winnen van de grote merken zoals Shell. Daarom doe ik ook alleen maar klassiekers, racerij, rally en motorsport. Onder andere sponsor ik de 1982-’90 klasse van de HARC, Historische Auto Rally Club op Zandvoort. Dus als de kwaliteit heel goed moet zijn of als het uniek of heel speciaal moet zijn, dan komt Millers om de hoek kijken”
MINERALE OF SYNTHETISCHE OLIE?
“Zeker bij de Corvette club heb je veel generaties auto’s over veel bouwjaren. Van museumstukken die vrijwel nooit rijden, rijders die lekker kilometers maken met hun hobby auto tot en met de hele jonge Corvettes waar ook mee geracet wordt. Ondanks dat het in al die gevallen vrijwel dezelfde motor betreft heb je verschillende soorten olie die je daarvoor kunt gebruiken. De keuze van de juiste olie is ook
afhankelijk van de staat van de motor, in een ongereviseerde motor zou ik altijd een minerale 20W50 olie gebruiken. Veel oldtimer eigenaren worden panisch als ik synthetische olie adviseer voor een klassieker, maar wat is nou de taak van die olie, wat moet die olie doen? Olie moet een motor zo goed mogelijk smeren en wat smeert er nou beter, een minerale olie of een synthetische olie? Dan kom je toch echt uit bij een synthetische olie. Het punt is dat er in de jaren ’80, toen die synthetische bestanddelen net nieuw waren en men ging experimenteren, er heel veel mis ging, met name bij die oude auto’s. Pakkingen losten
op, troep die beter kon blijven zitten begon op te lossen en kwam in die olie terecht met lekkages en verstoppingen tot gevolg. Maar deze problemen zijn allang achterhaald. Een synthetische olie kan om te beginnen veel hogere temperaturen hebben en laat een veel sterkere film achter. Verder houdt een synthetische olie langer zijn viscositeit. Bijvoorbeeld bij een 20W50, als je gaat choken, er komt wat benzine bij enzo, hoe lang houdt die olie dan die 50?”
MOTOR INRIJDEN MET DE JUISTE OLIE
“Veel klassieker eigenaren denken; vroeger bestond dat niet, dus nu mag het er ook niet in. Maar als bijvoorbeeld een motor is gereviseerd dan is het inrijproces heel belangrijk, je hoort vaak dat die motor dan
toch olie blijft gebruiken. Daarom heeft Millers hiervoor een speciale Classic Running in oil. Dat is in feite een hele simpele schrale olie waar weinig additieven inzitten die metaal op metaal contact toelaat, want na
een revisie moet alles nog een beetje inslijten. Als je dan een te goede olie gebruikt dan krijgen die metaaldelen niet de kans om over elkaar heen te gaan en dan gaat de film tussen deze delen glazuren, ook wel “glaze busting” genoemd. Dat krijg je alleen maar verholpen door er als het ware een soort van Jif in het blok te gooien om die slijtage juist weer toe te laten, om er daarna de juiste 20W50 in te doen. Vaak wordt ook gedacht dat er na een revisie een 5W40 of een 5W30 olie in kan. Dat is ook niet goed want de toleranties in het blok blijven gelijk, de olie dus ook. Zodra je merkt dat het verbruik van de “inloop” olie minder wordt is het inrijproces klaar. Millers heeft zelfs 2 soorten inrij olie; één voor op de rollenbank en één voor op straat. Met de straatversie wordt gemiddeld zo’n 800 kilometer gereden, dan ga je over naar een minerale 20W50 olie en bij de volgende verversing kun je dan overstappen naar een half synthetische olie. Dat is zeker aan te raden als er op LPG gereden wordt want dan wordt de motor een stuk warmer. Deze
half synthetische olie laat ook een filmlaag achter zodat je bij een koude start meteen wat smering hebt. Verder is er ook een volledig synthetische olie beschikbaar met nanotechnologie, die laat helemaal geen metaal op metaal contact toe. Alles bij elkaar zijn de synthetische oliën tegenwoordig gewoon beter dan een volledig minerale olie”.
ENGELSE EN AMERIKAANSE MOTOREN
“Verder was olie vroeger veel dikker, men kon nog niet zo nauwkeurig motoren bouwen waardoor de toleranties veel groter waren, dus dikkere olie die de speling op kan vangen. De Amerikanen werden snel beter in het bouwen van motoren en hadden dat eerder voor elkaar. Zij gingen dus snel naar een 10W40. Veel beter dan de Engelsen, die hebben hun motoren nog lang met de franse slag gebouwd, dat waren eigenlijk allemaal olieboten. Aan onze Engelse vrienden leveren we dus graag olie, die verbruiken meer en meestal lekt het ook nog wel wat. Dat is meteen ook de reden dat Millers bij de Engelse autoclubs veel meer bekend is dan bij Amerikaanse autoliefhebbers. In Engeland hebben ze mede daardoor veel meer ervaring met synthetische olie. Daarnaast rijden Engelsen veel meer met hun klassiekers, zij gebruiken inmiddels bijna alleen nog maar synthetische olie. Voor Amerikanen is een synthetische olie inmiddels ook beter omdat de ontwikkeling hiervan niet heeft stilgestaan. Voor een Corvette met aardig wat kilometers op de teller zou ik altijd een 20W50 adviseren en als het blok al een keer is gereviseerd en alle pakkingen zijn nieuw, dan zou ik een 20W50 half synthetische olie nemen. Helemaal voor auto’s die op LPG rijden. Zoals ik
al aangaf, Engelsen rijden veel, hier bij ons zijn klassieker eigenaren veel meer poetsers. Speciaal voor auto’s die heel weinig worden gestart, de museumstukken onder andere, heeft Millers een 20W50 Preservation oil. Deze olie laat een filmlaag achter in de hele motor zodat deze niet kan gaan corroderen”.
OLIE IS HET BLOED VAN DE MOTOR
“Er bestaan grote prijsverschillen in 20W50 olie. Dan zie je dat iemand een ton besteed aan een mooie oldtimer, dat mag dan alles kosten. Dan komt er een klein vermogen aan poetsmiddelen bij, want dat zie je,
die auto moet glimmen en vervolgens gaan ze de olie voor een tientje bij de Aldi of de Lidl halen terwijl dat het bloed van de motor is. De kwaliteit van bijvoorbeeld een 20W50 olie wordt bepaald door de minerale basisolie, daarnaast zijn het de additieven die bepalen hoe goed de olie is. Vergelijk het maar met vroeger op school, als je een zes haalde had je een voldoende, met een negen of een tien ook, maar ben je toch een stuk beter. Er bestaan additieven van 50,- euro per gram of per kilo maar je hebt er ook die kosten 50.000,- euro, zoals in de Formule 1. Dat is echt wel andere olie dan de olie die wij in onze motoren gebruiken”
ONTWIKKELD IN EIGEN LABORATORIUM
Natuurlijk heeft niet iedere auto zo’n goede olie nodig, dat is afhankelijk wat je ermee doet of wat je ervan verwacht. Onder extreme omstandigheden moet je een type gebruiken dat hele hoge temperaturen aankan, of een hele sterke olie die niet stukgeslagen wordt. In synthetische olies zitten vaak meerdere esters en die esters bepalen uiteindelijk hoe sterk een olie is. Het voert wat ver om dat uit te leggen, een ester is een
bepaald soort chemische verbinding. Millers gebruikt 3 esters, de meeste andere merken gebruiken er minder. Millers heeft een eigen laboratorium waar ze zelf hun olie ontwikkelen. Dat doen ze niet op basis van de specificaties die door de auto-industrie worden afgegeven, zij gaan daar ver overheen. Een race olie bijvoorbeeld, Millers heeft een uitgebreid assortiment olie voor de racerij, wordt niet gebaseerd op de specificaties van de autofabrikanten. Wij verkopen bijvoorbeeld ook een 20W60 olie, een olie die eigenlijk nooit voor gebruik in een auto is ontworpen. Deze kan extreem hoge temperaturen aan en wordt bijvoorbeeld gebruikt in Australië waar het verzengend heet kan zijn. Andersom, hoe kouder het is hoe dunner een olie moet zijn. Voor gebruik bij -30 is er een 0W5 olie verkrijgbaar, die is zo dun als water.
ZOMER- EN WINTEROLIE
Daarom moest men vroeger, toen er alleen nog maar monograde olie bestond, met een viscositeit van 30 – 40 of 50, in de zomer een dikkere olie gebruiken, een 40. In de winter ging er dan een olie in met een viscositeit van 30. Duckams was in de jaren ’60 de eerste die een multigrade olie op de markt bracht. Dat was heel bijzonder. Een motor krijgt het meest op zijn donder bij een koude start, als de olie onderin het carter zit en dan ook nog eens heel dik is. Die olie kan dan zo dik zijn als appelstroop en pas als de motor op temperatuur kwam ging hij lekker lopen maar dan had je de meeste slijtage al gehad. Totdat die
multigrade uitgevonden werd, die dun is als hij koud is en juist dikker wordt als hij warm is. Dat komt door de polymeren die ze toegevoegd hebben, dat zijn een soort spaghetti-achtige slierten die opgerold zijn als het koud is en uitrollen als ze warm worden waardoor ze meer body krijgen en de olie dus dikker wordt. Bijvoorbeeld een 10W60, die in de racerij wordt gebruikt, zet dus het meeste uit bij hoge temperaturen en voorkomt daarmee metaal op metaal contact onder extreme omstandigheden.
Dit artikel komt uit Heartbeat van de Corvette Club – Jaargang 28 – december 2020.